Wederom NYC

Mei 2012

Ik ben net weer terug in Boston, vanavond kon ik zingen met mijn docent, het was superleuk, in een restaurant. Ik zong met zijn trio en heb een hoop nummers gedaan. Ik ben wel moe nu want het voelt alsof ik de hele dag in de Fung Wah bus heb gezeten. Ohjah, dat is ook zo…

Dit was dus mijn tweede keer in NYC, en, net zoals de eerste keer, geen half werk. Tijdens de eerste keer logeerde ik bij mijn mentor Joe Cohn op de bank, en ik heb die hele week niet geslapen, al die concerten, jamsessies, fietsen in de Bronx, koffie drinken in het empire state building…

Nu was mijn semester over en ik heb nog wat dagen voordat ik naar Nederland vertrek… Dus ook deze keer had ik Joe gemaild dat ik graag weer van zijn bank gebruik wilde maken, maar hij vertelde me dat het niet mogelijk was omdat er iemand anders op zijn bank sliep en hij mogelijk niet thuis was. Dus vroeg ik een andere muzikant, (lees de jongen waarmee ik door de Bronx had gefietst, de ex-gitarist van Lauren Hill… en een geweldige jazz-muzikant… ) Oke, oke, dit keer wat namen, dan moet je ze zelf maar googlen… Ik vroeg dus Richard Padron of ik bij hem op de bank kon. Natuurlijk voor een blond meisje als ik maakte hij graag een uitzondering. Het plan was toch al dat we elkaar zouden zien omdat we dan wat opnames konden maken…

Ik nam op maandagochtend om 7 uur de bus, ($15 v.a. China town) en kwam rond 13 uur aan in NYC. Ik had afgesproken met Aaron Goldberg, (jonge pianist die ik via Reuben Rogers ken) want ik had zijn concert vrijdags in Boston gezien en hij woont in de west village (waar de meeste jazzclubs zijn)… Dat was erg vermakelijk want hij had filosofie aan Harvard gestudeerd en het gesprek ging dus niet alleen over muziek. Savonds ben ik naar het Nublu Orchestra geweest – experimentele muziek – niets staat vast, heel interessant. De dirigent heeft een heel aantal gebaren die hij gebruikt en op zijn teken doen de muzikanten dan iets… De vibrafonist kende ik want die had ik in 2007 in Italie al ontmoet – William McIntyre – en het was leuk om hem weer te zien!

Dinsdag moest Richard – mn host de hele dag werken, dus heb ik ontbeten in central park, daarna het museum of natural history bezocht. Daar hadden ze een vlinder-tentoonstelling/kas met echte vlinders waar je doorheen kon lopen.

Het belangrijkste van deze trip was de workshop van pianist Barry Harris. Hij was oud (83 jaar), maar nog jong van geest. Om 6 uur had hij dan een pianoworkshop, om 8 uur voor de zangers en om 10 uur voor de blazers.. Het pianodeel van de workshop was super. Daarna was het zang-gedeelte. Hij leerde ons een liedje aan en alle zangers (amateur en pro) hadden de kans om dit dan te zingen met de band… het was interessant om ongeveer 30 verschillende interpretaties van hetzelfde nummer te horen, maar wat mij betreft mocht hij best wat meer kritiek geven…Al met al de moeite waard, Barry is een geweldig mens!

Daarna ging ik naar “the Garage” want Joe had me verteld dat hij daar speelde, en toen heb ik ook een liedje meegezongen. Het werd laat… en ik had met Richard afgesproken dat hij ook naar de garage zou komen… maar hij smste me om 1 uur dat hij vast zat bij zijn werk buiten New York. Er waren schijnbaar geen taxi’s … dus het plan was snel getrokken… ik zou bij Joe op de bank… Ik was erg opgelucht en blij dat Joe er was.. daarnaast is het altijd super lachen met Joe en zijn mede-muzikanten… Dus bleef ik bij Joe en Danny Walsh, een saxofonist die in hetzelfde appartementencomplex woont. Beiden waren ze nog hieper van het optreden, en dus we hebben een nacht wandeling door Manhattan gemaakt, in de regen…. Toen om 6 uur ‘s ochtends zijn we begonnen met de jam… eerst zingen bij zijn gitaarspel, toen zingen terwijl Joe contrabas speelde, toen om 9 uur ‘s ochtends was het tijd voor Bach, Mahler en Mozart… Geweldig… Het is super om met deze supergetalenteerde mensen te hangen… ook al is dat tot vroeg in de ochtend.

Dap da dadada… New York…

Wat doe je in je spring break als je student bent, geen geld hebt en toch New York wilt bezoeken, dan logeer je op de bank van Joe Cohn – jazz gitarist en mentor. Hij had me gewaarschuwd voor zogenaamde “bedbugs” ..(een plaag waar half New York last van heeft). Maar jah, na het risico genomen te hebben en de hele week op die bank geslapen te hebben bleek er – gelukkig – niets van waar te zijn. Geen bug gezien, en dat terwijl een niet nader te noemen gitarist wonende in Den Haag er bij zijn bezoek aan Joe wel enorm last van schijnt gehad te hebben.

Maar goed, jazz is wat de klok slaat en zo kwam ik bij Joe aan, zondagnamiddag gaar na een busreis van 5 uur en 15 dollar, “hi Viv, we have to go, I have a performance in Fatcat, lets go.” En we gingen, fatcat was de eerste club waar ik kwam, en de missie was zo veel mogelijk jazz-clubs en muziek zien als kon. Een korte opsomming van de clubs die ik nog meer bezocht heb: Smalls, Kitano hotel waar ik heb gezongen tijdens de jamsessie. Toen een jamsessie bij ‘Smoke’ waar ik ook een liedje kon zingen. De volgende avond, in de Blue Note zat ik op de eerste rij van het optreden van Stanley Clarke, Smalls, Annie Ross, Gezongen bij de jamsessie van restaurant Arthuro, Smalls. En op de laatste avond naar Licoln Centre in de Allen Room waar een saxofoon-battle was van Benny Maupin, Benny Golson, en Joe Lovano, om de avond af te sluiten met een Benny Goodman tribute in ‘the Garage’.

Wat valt op: Smalls, daar ben ik veel geweest. Smalls is een jazz kelder. Net als Jazz cafe de twee spieghels (in Leiden , waar ik meteen even reclame voor zal maken) maar dan dus een kelder. Overal oude platen, boeken, instrumenten, een vleugel waarvan het me niet duidelijk is hoe ze die er hebben gekregen en veel oude verdorde jazz-gasten. Ook jonge muzikanten hoor, waar ik dan ook onmiddellijk mee in gesprek raakte. Deze jonge gitarist die ik daar ontmoette bracht me na een bakkie koffie rond het nachtelijke uur naar de “music building” http://www.musicbuilding.com

/ waar Madonna, Billy Idol en Metallica hun repetitie ruimte hadden. Daar had hij met zijn vrienden een studio, waar we tot de late uurtjes muziek hebben gemaakt. Toen hij me vervolgens naar het appartement van Joe bracht (vlak bij Times Square) bleek ik midden in de nachtelijke jamsessie van Joe en collega muzikant Danny te passen (In plaats van Gitaar en sax speelden ze Contrabas en Piano – zie de foto). Tot een uurtje of 7 zijn we doorgegaan. Toen toch nog maar even een paar uurtjes op de bank .

Joe had de griep, of in ieder geval hoest en een soort muzikanten gaarheid. Ondanks dat mailde hij een vriend van hem dat we graag koffie wilde drinken in zijn kantoor. Dit kon, dus we gingen op weg naar het Empire State building, handig, want dan konden we meteen van het uitzicht genieten. Daar zaten we dan in het kantoor van een succesvolle advocaat op de 71ste vloer van die skyscraper. Het uitzicht was geweldig, en deze meneer was hilarisch, een advocaat dus die vooral zaken tegen de politie aanspande, super ontvlambaar, net alsof hij uit de film was gestapt. De verhalen die hij vertelde waren schokkend, hij beantwoordde zijn telefoon doorgaans met een scheld kanonnade “this *** is innocent and if you **** don’t ** succeed in getting him a *** trial then I ** wil ** and **.!! ” – ahum.. Maar hij was uiterst gezellig tegen ons.

C., een vriend die ik in 2009 tijdens de New School / Veneto jazz workshop in Italie leerde kennen studeert in New School, deze jongen is van goede afkomst, zijn familie speelt graag golf en hij lijkt enorm op Frank Sinatra maar dan een hele jonge versie en, hij heeft een gouden hart. Dus, wat doe je op dinsdag middag met C.? Je gaat naar het museum, het metropolitan, neej, niet het drankje. Een hoop kunst, en ondertussen bijpraten van wat er in de afgelopen jaren gebeurd was. Het was super om hem weer te zien en daarna met hem op Madison ave rond te lopen, dure winkels in gaan om slechts te kijken hoe posh je het zou kunnen hebben. Om de middag te besluiten met de beste Chocolade cake ooit: zo eentje waarvan de binnenkant gesmolten is!

Graag wilde ik naar de botanische tuin, deze was in de Bronx, hoe kom je daar vanaf Manhattan? Als echte Nederlander – met de fiets natuurlijk. In Boston fiets ik ook, en dan neem ik mn zadel mee de les in zodat mn fiets niet gestolen wordt. (daar lachen de jongens in mijn klas dan weer om… ) Maar goed, fietsen in de Bronx is dus heel iets anders. Mijn gezelschap was een jonge Cubaanse Gitarist R. die ook enorm van orchideeën hield en me wel wilde vergezellen. Het weer was geweldig en de bloemen verschrikkelijk mooi, toen ik later aan mijn Harmonie docent vertelde dat ik in de Bronx had gefietst werd hij heel boos en riep hij dat het onverantwoordelijk was, zeker als blondje, maar de zon scheen en de gangsters lachten vriendelijk naar me, als het al echte gangsters waren. We zijn wel op de hoofdweg gebleven, en het was wel interessant om het verschil te zien tussen de wijken, en ik moet zeggen dat we op plekken hebben gefietst waar ik niet graag alleen bij nacht zou willen zijn. We hebben die dag wel 60 kilometer gefietst, van zuid Manhattan naar de Bronx en toen naar Queens/Astoria. Waar we gegeten hebben in zijn appartement en nog een nummer hebben opgenomen (When sunny gets blue).

New York is een geweldige stad, maar er is veel stress. Dat voel je op straat, de druk van de mensen drukt op de stad. Een bepaald soort vechtlust, snelheid hangt in de lucht, en ik moet zeggen dat me dit ook wel zwaar viel. Het is makkelijk om mensen t ontmoeten, zeker in de jazz clubs. Maar er lopen ook veel vage types rond. Een voorbeeld was Mr. T. Een donkere man, met een outfit als een echte Dandy, jasje, choker, hip hoedje, alleen geen stokbrood. Hij was zanger en had een geweldige stem, Joe kende hem, dus het was okay om met hem op te trekken en hij nam me een avond mee naar een tweetal jamsessies. Waar ik saxofonist A. uit Australie tegen kwam. Nu heb ik – gezien mijn nieuwe cd – natuurlijk een zwak voor mensen die koala’s in hun achtertuin hebben, en ik raakte meteen aan de praat. Dan was er nog de meneer met het koffertje, in de categorie “vermijden” … deze had na een betoog van 20 minuten over zijn favoriete vrouwelijke pianist nog niet door dat ik verveeld was en liet toen maar de inhoud van zijn koffertje zien – als bewijs dat hij echte fan van deze pianist was: alle cd’s die hij van haar had en haar handtekening, en een foto van haar met hem. Tot slot de the singing metroman…deze zong heel hard een nummer van Ray Charles voor me om daarna te zeggen “now I need to hear your song” dat heb ik dan ook maar gedaan, en voor hem een kort jazz liedje gezongen, waarna hij de dag van zijn leven had. Dat kan in New York.

St Louis – 2 – the Fulbright experience

Toen was het tijd om in te checken… Het Hotel wat Fulbright geregeld had was geweldig, een voormalig treinstation, heel erg mooi. En we konden meteen de bus in naar de openingsceremonie. Deze werd gehouden in het St Louis Museum of National History, en daar kregen we een lezing en diner. De dagen die daarop volgden waren super interessant. Er waren 150 fubrighters van over de hele wereld, die met  elkaar in debat gingen over van alles en nog wat… want tja – zo vertelden ze ons – tussen jullie zitten toekomstige wereld leiders… Wat doe je dan natuurlijk met zo’n grote groep met slimmeriken ?! Je houdt fake verkiezingen!! We werden ingedeeld als democraten en republikeinen en dan moesten we onze campagne leiders kiezen, en debatteren. Op deze manier leerden we over het Amerikaanse verkiezingstelsel en konden we ons inleven in de verschillende onderwerpen die hiermee gepaard gaan. Verder konden ze ons verrassen met een community service – middag, een diner bij ‘echte St Louis’ inwoners en een bustour langs de verschillende highlights van de stad (inclusief een tourguide met een rood mantelpakje en een te grote jaren 70 bril die zichzelf Jersy-tomato noemde en ‘Meet me in St. Louis” voor ons zong…)

Er stond een vleugel in de voyer… en van 10 tot 3 uur snachts heb ik liedjes van mn Ipad gespeeld die alle Fulbrighters met me mee zongen, geweldig…Tussen de intellectuele discussies door muziek maken kan nooit kwaad. Het klimaat op Berklee is heel anders dan tussen deze mensen, wat wellicht logisch is, maar in Berklee zit iedereen in zijn eigen bubble, de “ik hoop het te maken in de muziek – bubble”… Op die manier heb ik mezelf nooit gevoeld. Ik heb altijd meerdere dingen tegelijk gedaan, en daar haal ik veel inspiratie uit, door de jaren heen heb ik met zo veel mooie en verschillende mensen gewerkt, als psycholoog, met mijn koren, mijn leerlingen en op de universiteit en de conservatoria waar ik zat… dit draagt allemaal bij aan wie ik ben. De Fulbright ervaring is er ook zo een, mensen van over de hele wereld ontmoeten, discussies aangaan en ervaringen delen, daar kan ik dan weer liedjes over schrijven. En dit alles maakt mij een betere muzikant. Hier in Berklee is het een balans zoeken tussen je opsluiten in de repetitieruimte (keihard studeren, veel uren maken) en naar buiten gaan, ontdekken wie je bent, wat je voelt en wat anderen voelen. Met mensen muziek maken en leven ervaren. Daar hoeft geen muziek aan te pas te komen, muziek is faciliterend, het is een middel om connectie te maken.

De laatste avond eindigden we in “the Arch”, waar we diner hadden en vervolgens allemaal omhoog konden om van St Louis bij nacht te genieten. Een super speciale afsluiting van een geweldige vier dagen. De Fulbrighters met al hun verschillende achtergronden stonden open, waren geinteresseerd in de wereld en in de mens, en dit bracht een inspirerend klimaat. Een aantal mensen zou ik graag opzoeken om het gesprek dat we hadden voor te zetten. Het is een behoorlijke uitdaging om 150 mensen in 4 dagen te spreken. Maar goed, ik weet dat ik deze mensen in de rest van mijn leven nog tegen zal blijven komen.

Om deze blog af te sluiten een quote:

“The Fulbright Program aims to bring a little more knowledge, a little more reason, and a little more compassion into world affairs and thereby increase the chance that nations will learn at last to live in peace and friendship.” – Senator J. William Fulbright

Fulbright, bedankt voor deze kansen, het is je gelukt 🙂

St Louis – city museum

“Zeg, volgende week mis ik de Harmonie les, dus ik kom wel even naar uw spreekuur, dan lever ik mn huiswerk van te voren in”. Dus zoals het de goede student betaamd, helemaal voorbereid de les missen en een lang weekeind weg, naar …. Ta ta ta ta….. St Louis. Het mocht van mijn docent, hij adviseerde me zelfs nog een aantal dingen: “ga naar het citymuseum … en kruip daar dan tussen de muren in de grot naar het orgel, wil je?! ” Hmm… dacht ik, en met mij vele anderen, we gaan het zien.

Een andere docent vertelde me dat ik waarschijnlijk geen Ragtime zou gaan zien, dus de jazz moest ik opzoeken in café “jazz at the Bistro”… Als je op zoek zou gaan naar blues zou je alleen maar uitkomen bij  blauw geklede hocky fans. Hij vertelde me zelfs een vriend van hem op te zoeken die muziek recensent was, die zou naar het concert in de Bistro op zondag gaan.

Zo belande ik na een vlucht via Chicago in St. Louis. In de trein van het vliegveld naar de binnenstad ontmoette ik een belgische Fulbrighter die business journalistiek in New York studeerde. En ik zou hem later wel ontmoeten tijdens de seminar. Ik ging natuurlijk direct naar het city museum. Het was geweldig, een vliegtuig hing voor de ingang, een schoolbus bovenop het gebouw, ze hadden een grot in het midden van het gebouw waar een orgel in hing… (waarop ik natuurlijk even mocht spelen) en een glijbaan van tien verdiepingen. Dan was er een hele verzameling van atributen die de architect door de jaren verzameld had. Zo had hij een verzameling deurknoppen, rare maskers, metalen framewerken waar je doorheen kan kruipen, glazen flessen waarmee hij een wand heeft gebouwd, een aquarium met aaibare vissen, bizar… kijk ook op de site….    hieronder een aantal foto’s…

Toen aan het eind van de dag ik aan de man van de catering vroeg waar ik het jeugdhotel “Huckleberry Finn” kon vinden bood hij me een lift aan. Toen we daar aankwamen bleek het jeugdhotel verschrikkelijk te zijn… de straat was veilig, maar de straat ernaast moest je niet komen, en algeheel een beetje crappy. Toen zei de catering baas van het museum dat hij een extra kamer had… Dit aanbod heb ik aangenomen en ik had in zijn super-de-luxe huis de hele zolder met eigen badkamer tot mijn beschikking. Hij vertelde dat hij veel gereisd had en dat mensen hem altijd hadden geholpen. Ook had hij goede ervaringen met Nederlanders omdat zijn vrienden naar Nederland verhuisd waren en daar in Amsterdam “Boom Chicago” comedy club hadden gestart!

Een vriend van hem kwam effe buurten (*lees een joint roken omdat dit – wegens zijn recente huwelijk – thuis niet mogelijk was) en hij was drankverkoper, dus we dronken een duur glas champagne als aperitief. Daarna gingen we wat eten in de Italiaanse wijk… erg goed. Savonds – zoals gepland – heb ik het concert van Russel Malone en Cyrus Chestnut trio in Jazz at the Bistro gezien. Erg goed, maar misschien niet de beste combinatie van muzikanten…

De volgende dag ontbeten we bij hem om de hoek. Hij vertelde me dat hij verschillende restaurants had gehad en deze gebouwen nu allemaal verhuurde aan nieuwe eigenaren, ook had hij twee appartementen complexen op gekocht en was deze aan het verbouwen tot studentenhuizen. St louis is een gemixte stad, met heel veel diversiteit, arm en rijk, allemaal door elkaar heen. De ene straat is veilig, de straat ernaast niet… Het was interessant om zijn verhalen te horen en hij gaf me een tour door de stad, rond een uur of 12 zette hij met af bij de Botanische tuin met de boodschap; “Ga jij maar lekker bloemetjes kijken, ga ik effe dingen regelen op werk en kom ik je over 2 uurtjes weer ophalen”…. De botanische tuin bleek een van de mooiste ter wereld, en alles was net in bloei… het weer was dan ook geweldig en twee uur later werd ik – keurig netjes – met de cabrio opgehaald. Toen gingen we nog even een biertje drinken bij de blues – nee geen muziek dit keer – maar hockey peeps die bezig waren met in de stemming voor de wedstrijd moesten komen.