Dap da dadada… New York…

Wat doe je in je spring break als je student bent, geen geld hebt en toch New York wilt bezoeken, dan logeer je op de bank van Joe Cohn – jazz gitarist en mentor. Hij had me gewaarschuwd voor zogenaamde “bedbugs” ..(een plaag waar half New York last van heeft). Maar jah, na het risico genomen te hebben en de hele week op die bank geslapen te hebben bleek er – gelukkig – niets van waar te zijn. Geen bug gezien, en dat terwijl een niet nader te noemen gitarist wonende in Den Haag er bij zijn bezoek aan Joe wel enorm last van schijnt gehad te hebben.

Maar goed, jazz is wat de klok slaat en zo kwam ik bij Joe aan, zondagnamiddag gaar na een busreis van 5 uur en 15 dollar, “hi Viv, we have to go, I have a performance in Fatcat, lets go.” En we gingen, fatcat was de eerste club waar ik kwam, en de missie was zo veel mogelijk jazz-clubs en muziek zien als kon. Een korte opsomming van de clubs die ik nog meer bezocht heb: Smalls, Kitano hotel waar ik heb gezongen tijdens de jamsessie. Toen een jamsessie bij ‘Smoke’ waar ik ook een liedje kon zingen. De volgende avond, in de Blue Note zat ik op de eerste rij van het optreden van Stanley Clarke, Smalls, Annie Ross, Gezongen bij de jamsessie van restaurant Arthuro, Smalls. En op de laatste avond naar Licoln Centre in de Allen Room waar een saxofoon-battle was van Benny Maupin, Benny Golson, en Joe Lovano, om de avond af te sluiten met een Benny Goodman tribute in ‘the Garage’.

Wat valt op: Smalls, daar ben ik veel geweest. Smalls is een jazz kelder. Net als Jazz cafe de twee spieghels (in Leiden , waar ik meteen even reclame voor zal maken) maar dan dus een kelder. Overal oude platen, boeken, instrumenten, een vleugel waarvan het me niet duidelijk is hoe ze die er hebben gekregen en veel oude verdorde jazz-gasten. Ook jonge muzikanten hoor, waar ik dan ook onmiddellijk mee in gesprek raakte. Deze jonge gitarist die ik daar ontmoette bracht me na een bakkie koffie rond het nachtelijke uur naar de “music building” http://www.musicbuilding.com

/ waar Madonna, Billy Idol en Metallica hun repetitie ruimte hadden. Daar had hij met zijn vrienden een studio, waar we tot de late uurtjes muziek hebben gemaakt. Toen hij me vervolgens naar het appartement van Joe bracht (vlak bij Times Square) bleek ik midden in de nachtelijke jamsessie van Joe en collega muzikant Danny te passen (In plaats van Gitaar en sax speelden ze Contrabas en Piano – zie de foto). Tot een uurtje of 7 zijn we doorgegaan. Toen toch nog maar even een paar uurtjes op de bank .

Joe had de griep, of in ieder geval hoest en een soort muzikanten gaarheid. Ondanks dat mailde hij een vriend van hem dat we graag koffie wilde drinken in zijn kantoor. Dit kon, dus we gingen op weg naar het Empire State building, handig, want dan konden we meteen van het uitzicht genieten. Daar zaten we dan in het kantoor van een succesvolle advocaat op de 71ste vloer van die skyscraper. Het uitzicht was geweldig, en deze meneer was hilarisch, een advocaat dus die vooral zaken tegen de politie aanspande, super ontvlambaar, net alsof hij uit de film was gestapt. De verhalen die hij vertelde waren schokkend, hij beantwoordde zijn telefoon doorgaans met een scheld kanonnade “this *** is innocent and if you **** don’t ** succeed in getting him a *** trial then I ** wil ** and **.!! ” – ahum.. Maar hij was uiterst gezellig tegen ons.

C., een vriend die ik in 2009 tijdens de New School / Veneto jazz workshop in Italie leerde kennen studeert in New School, deze jongen is van goede afkomst, zijn familie speelt graag golf en hij lijkt enorm op Frank Sinatra maar dan een hele jonge versie en, hij heeft een gouden hart. Dus, wat doe je op dinsdag middag met C.? Je gaat naar het museum, het metropolitan, neej, niet het drankje. Een hoop kunst, en ondertussen bijpraten van wat er in de afgelopen jaren gebeurd was. Het was super om hem weer te zien en daarna met hem op Madison ave rond te lopen, dure winkels in gaan om slechts te kijken hoe posh je het zou kunnen hebben. Om de middag te besluiten met de beste Chocolade cake ooit: zo eentje waarvan de binnenkant gesmolten is!

Graag wilde ik naar de botanische tuin, deze was in de Bronx, hoe kom je daar vanaf Manhattan? Als echte Nederlander – met de fiets natuurlijk. In Boston fiets ik ook, en dan neem ik mn zadel mee de les in zodat mn fiets niet gestolen wordt. (daar lachen de jongens in mijn klas dan weer om… ) Maar goed, fietsen in de Bronx is dus heel iets anders. Mijn gezelschap was een jonge Cubaanse Gitarist R. die ook enorm van orchideeën hield en me wel wilde vergezellen. Het weer was geweldig en de bloemen verschrikkelijk mooi, toen ik later aan mijn Harmonie docent vertelde dat ik in de Bronx had gefietst werd hij heel boos en riep hij dat het onverantwoordelijk was, zeker als blondje, maar de zon scheen en de gangsters lachten vriendelijk naar me, als het al echte gangsters waren. We zijn wel op de hoofdweg gebleven, en het was wel interessant om het verschil te zien tussen de wijken, en ik moet zeggen dat we op plekken hebben gefietst waar ik niet graag alleen bij nacht zou willen zijn. We hebben die dag wel 60 kilometer gefietst, van zuid Manhattan naar de Bronx en toen naar Queens/Astoria. Waar we gegeten hebben in zijn appartement en nog een nummer hebben opgenomen (When sunny gets blue).

New York is een geweldige stad, maar er is veel stress. Dat voel je op straat, de druk van de mensen drukt op de stad. Een bepaald soort vechtlust, snelheid hangt in de lucht, en ik moet zeggen dat me dit ook wel zwaar viel. Het is makkelijk om mensen t ontmoeten, zeker in de jazz clubs. Maar er lopen ook veel vage types rond. Een voorbeeld was Mr. T. Een donkere man, met een outfit als een echte Dandy, jasje, choker, hip hoedje, alleen geen stokbrood. Hij was zanger en had een geweldige stem, Joe kende hem, dus het was okay om met hem op te trekken en hij nam me een avond mee naar een tweetal jamsessies. Waar ik saxofonist A. uit Australie tegen kwam. Nu heb ik – gezien mijn nieuwe cd – natuurlijk een zwak voor mensen die koala’s in hun achtertuin hebben, en ik raakte meteen aan de praat. Dan was er nog de meneer met het koffertje, in de categorie “vermijden” … deze had na een betoog van 20 minuten over zijn favoriete vrouwelijke pianist nog niet door dat ik verveeld was en liet toen maar de inhoud van zijn koffertje zien – als bewijs dat hij echte fan van deze pianist was: alle cd’s die hij van haar had en haar handtekening, en een foto van haar met hem. Tot slot de the singing metroman…deze zong heel hard een nummer van Ray Charles voor me om daarna te zeggen “now I need to hear your song” dat heb ik dan ook maar gedaan, en voor hem een kort jazz liedje gezongen, waarna hij de dag van zijn leven had. Dat kan in New York.

4 thoughts on “Dap da dadada… New York…

  1. hee, Vivienne, wat een bijzondere en leuke dingen maak je mee! (jaloers). Blijf ons verbazen met je avonturen. Ik hoop dat je nog veel leert. Keep them coming.

  2. New York een stad waar je nooit over raakt uitgepraat !! Geweldige belevenissen daar dus. Harlem en Bronx staan wel bekend maar overdag stikt het van de cops daar toch ??

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *